Verhaal – Het wonder

Verhaal || Het wonder

 

Een inleiding en verhaal van Awraham Soetendorp

Pesach is een fijn feest. Je mag de eerste avond, de Sederavond, heeeel lang opblijven. Je zit aan een lange tafel met familie en vrienden. Er wordt de hele tijd gezongen en je mag meedoen en als je de woorden niet kent neurie je gewoon mee.

Aan het begin van de avond moet je wel goed opletten. Als je goed kijkt, zie je dat er drie matses bij de Sederschotel liggen De leider van de Seder, neemt de middelste matse en laat hem aan iedereen zien. Dan breekt hij die matse in twee stukken. Het grootste stuk heet Afikoman, Dit is een moeilijk woord, maar je went eraan. De Afikoman mag je verstoppen en later moet de leider van de Seder hem dan overal zoeken. Pas als hij de Afikoman vindt kunnen we verder lezen uit de Haggada. Waarom doen we dit spelletje?

Nou, de avond moet toch gezellig zijn, ook voor kinderen, ook voor jou. Daarom mogen alle kinderen aan het begin ook zingen: Ma nisjtana halaila hazee mikol haleelot Sjebechol haleelot anoe ochlin Chameets oematsa ( 2x) Halaila hazee halaila hazee koelo matsa ( 2x) En dat betekent: Wat is het verschil tussen deze avond en de andere gewone avonden? Op een gewone avond eten we brood, vanavond eten we alleen matsa. ( Je mag matsa of matse zeggen) En waarom is Pesach belangrijk voor kinderen? In het boekje, waaruit je op de Seder leest, de Haggada, staat het allemaal opgeschreven.

Duizenden jaren geleden zijn de Joden uit Egypte weggegaan.
Mannen, vrouwen en heel veel kinderen. Kinderen hoorden er toen bij, kinderen horen er nu ook bij. Ik vertel jullie nu een kort verhaal over Ben die hielp om Pesach te kunnen vieren.

Het wonder Alle families waren blij dat Pesach zo snel zou komen behalve de familie van Ben. Het was een moeilijk jaar geweest. De vader van Ben had geen werk, er was niet genoeg geld om de matses, de wijn, en al het andere eten te kopen. Ben hoorde zijn ouders zeggen: “Verschrikkelijk, dit jaar zullen we geen echte Seder kunnen geven. Wij moeten onze gasten maar afzeggen”?. Hij was heel verdrietig. Vorig jaar was het juist zo gezellig geweest. Hij was heel trots geweest dat hij als jongste, de deur mochten ophouden voor Elijahoe de profeet. “ach”, zuchtte Ben, “als Elijahoe nu eens zou komen, om lekker eten voor ons te toveren…”

De dag voor de Seder zei moeder tegen Ben:”Ook al vieren wij geen grote Seder dit jaar, we gaan vanavond toch Chameets ( brood) zoeken”. Ben vond dit altijd prachtig. Het huis was altijd voor Pesach helemaal schoon gemaakt. Er was geen kruimeltje brood meer te vinden. Dan mocht je nog wat kleine stukjes brood verstoppen. Vader ging dan ’s avonds die stukjes brood zoeken met een kaars. Hij vond ze altijd, want je hielp natuurlijk met: “Koud, nee, warm, ijskoud, heet” wanneer vader ver weg of dichtbij kwam. De gevonden stukjes brood werden dan de volgende dag verbrand. Nu kon je een week lang Matses eten.

Dit jaar had Ben eigenlijk geen zin. Er zou toch geen echte Seder zijn.. Hij nam toch de stukjes brood en zocht een plaats om ze te verstoppen. Ben liep heen en weer door de achterkamer. Hij deed een kast open. Een stukje brood viel uit zijn handen en bleef tussen kranten en papieren liggen. Hij wou het wel oprapen om ergens anders te verbergen, maar hij kon het brood niet meer terug vinden. Een uur later stak vader de kaars aan en ging zoeken. Ben had drie stukken brood verstopt.. Vader vond twee stukjes brood heel gemakkelijk, maar het derde stuk kon hij maar niet ontdekken. Ben besloot een handje te helpen. “Ik heb het eerlijk gezegd laten vallen onderin de kast tussen de kranten en papieren”. Vader ging op zijn knieën zitten en zocht en zocht.. Nergens te vinden? Hij riep moeder erbij. Zij pakte de stapel kranten en schudde met alle papieren. Het brood was nergens te vinden.

Plotseling riep vader: “Kijk er glinstert iets.” Hij bukte zich en vond in de hoek van de kast het stukje brood. Vader was heel opgewonden. “Het is een wonder. Ik heb niet alleen het stukje brood gevonden, maar ook dit”. Hij hield een gouden munt omhoog. “Het lijkt wel of het brood de gouden munt gevonden heeft”, zei moeder terwijl zij blij lachte. Met dat gouden muntstuk konden zij alles kopen wat nodig was voor een grote Seder. De gasten konden toch komen en de tafel zag er feestelijk uit. De charoset ( het ziet er bruin / geel uit als de stenen die het joodse volk moest maken in Egypte, maar het smaakt heel zoet en zacht) was lekkerder dan ooit.

Aan het einde van de Seder las Ben een kort gedicht voor:
Brood is verstandig Brood is handig En heb je het zwaar Vertel het brood het maar Het is een redder in de nood Voor klein en groot Soms vindt het goud Voor jong en oud! Niet iedereen begreep wat Ben bedoelde, maar er werd hard voor hem geklapt. Het was een heel goede Seder.